Vermogen bij een huwelijk in algehele gemeenschap
In Nederland wordt ca 73% van alle huwelijken afgesloten in algehele gemeenschap van goederen. Je hoort vaak partijen zeggen dat ze “gewoon” zijn gehuwd. Volgens het Nederlands recht valt, bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap in algehele gemeenschap, al het vermogen dat is opgebouwd vóór en tijdens het huwelijk in de algehele gemeenschap van goederen. Dit is dus een samenvoeging van al het vermogen van beide partners.
Dit kan bv de waarde in de eigen woning zijn (waarde woning – hypotheekbedrag), polissen met waarde, pensioenen, bankrekeningen maar ook een kunstcollectie, de visspullen van een partner, de inboedel, tweede huis en de auto. Partners zijn dus voor 50% mede eigenaars van alles van waarde maar ook van de schulden. Een schuld die door één partner vóór het huwelijk is aangegaan komt dus, door het huwelijk, ook voor rekening van de andere partner.
Toch kan er in een huwelijk in algehele gemeenschap ook privé vermogen zijn wat bij de verdeling bij een echtscheiding aan één partner wordt toegekend. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als een partner een schenking of erfenis krijgt met uitsluitingclausule. Hierin bepaald de schenker of erflater dat het kapitaal alleen aan één partij toekomt. Stel dat er €. 100.000,00 aan vermogen in het huwelijk aanwezig is en één partner heeft een erfenis gehad met uitsluitingclausule van €. 30.000,00. Dan wordt de verdeling bij een echtscheiding €. 100.000,00 – €. 30.000,00 : 2 = €. 35.000,00 per persoon als gemeenschappelijk deel. De partij met de erfenis krijgt dan €. 30.000,00 + €. 35.000,00 = €. 65.000,00 en de andere partij krijgt het gemeenschappelijk deel van €. 35.000,00. Het maakt niet uit hoe en door wie het geld is uitgegeven tijdens het huwelijk. Ook zogenaamde “verknochte” goederen, pensioenrechten en een gouden handdruk kunnen privé vermogen van één partij zijn.
Schulden
Bij schulden, aangegaan in het huwelijk voor de normale huishouding, zijn beide partners verantwoordelijk. Belangrijk bij een scheiding is dat een partij een schuld kan aangaan waar de andere partij dan ook verantwoordelijk voor is terwijl de afwikkeling van de scheiding nog loopt. Dit risico wordt opgeheven op het moment dat de advocaat een verzoek tot echtscheiding heeft ingediend bij de rechtbank. Dit heft de gemeenschap van goederen op. Dit moment is eerder dan dat de beschikking of uitspraak van de rechter wordt ingeschreven in register van de burgerlijke stand van de gemeente waarin men destijds is getrouwd. Dit is het moment dat het huwelijk officieel en juridisch is beëindigd. Na indiening van het echtscheidingsverzoek door de advocaat kan een partij een andere woning kopen of een andere verplichting aangaan zonder dat de ex, als partner, moet meetekenen of verantwoordelijk is.
Bescherming tijdens de echtscheiding
Het komt nog weleens voor dat een partner in het licht van de scheiding overeenkomsten afsluit zonder dat de andere partner hiervan weet of toestemming heeft gegeven. Dit kan het afsluiten van een lening zijn of geldverspilling. Het moment van geen risico meer te hoeven te dragen voor nadelige handelingen van de andere partner, na indiening van het verzoek tot echtscheiding, geldt alleen tussen de twee partijen (interne werking) en geldt niet voor derden. Dan moet het verzoek tot echtscheiding ook zijn ingeschreven in het huwelijks goederenregister.(art 1:99 lid 2 en 1:116 BW). Ook als er schade is veroorzaakt door een partner vóór de indiening van het verzoek, dus tijdens het huwelijk, is de andere partner beschermd als de schade is ontstaan binnen 6 maanden vóór indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding. (art. 1:164 BW) De partner die de schade heeft veroorzaakt moet het schadebedrag aan de gemeenschap vergoeden.
Verzwijging
Als een partner goederen heeft verzwegen of verborgen houdt, verspeelt deze partner het recht op dit goed (art. 3:194 lid 2 BW)
Onjuiste waardering
Als een partner de waarde van een goed verkeerd vaststelt en de andere partner daarmee meer dan 25% van de waarde van het goed wordt benadeeld, is de verdeling van de gemeenschap zogenaamd vernietigbaar door dwaling en kan deze ongeldig worden verklaard door de rechter.( art. 3:196 BW) Dit moet wel binnen 3 jaar na de verdeling plaatsvinden. (art 3:200 BW)
Overigens zijn partners ook tijdens het huwelijk tegen nadelige handelingen van de andere partij beschermd door een zogenaamd wederzijds toestemmingsvereiste (art 1:88 BW). Hierbij heeft een partij toestemming nodig om bv de eigen woning te verkopen of extra hypotheek te nemen, extreem hoge giften te doen, borg staan voor leningen van anderen en het sluiten van koop op afbetaling overeenkomsten.
Verdeling van vermogen.
We zullen nu een eenvoudige verdeling maken van een huwelijks vermogen. Eventueel privé vermogen laten we buiten beschouwing.
Vermogensopstelling | |||
Vermogen | |||
Eigen woning met een verkoopwaarde van | € | 200.000,00 | |
Levensverzekering met een afkoopwaarde | € | 30.000,00 | |
Spaarverzekering achter de hypotheek | € | 20.000,00 | |
Spaarrekening | € | 25.000,00 | |
Auto met een dagwaarde van | € | 10.000,00 | |
De totale inboedel met een dagwaarde van | € | 5.000,00 | |
Muntenverzameling man | € | 8.000,00 | |
Totaal | € | 298.000,00 | |
Schulden | |||
Hypotheek | € | 150.000,00 | |
Lening bij postorderbedrijf | € | 2.000,00 | |
Totaal vermogen | € | 146.000,00 |
In het huwelijk zit dus een vermogen van €. 146.000,00. Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben recht op allebei de helft. Dit is 146.000,00 : 2 = €. 73.000,00.
Vermogensverdeling
De man krijgt de auto, zijn muntenverzameling, de spaarrekening, hij neemt de schuld bij het postorderbedrijf op zich en hij neemt voor €. 2.000,00 mee uit de inboedel.
Auto | € | 10.000,00 | |
Muntenverzameling | € | 8.000,00 | |
Spaarrekening | € | 25.000,00 | |
Inboedel | € | 2.000,00 | |
Lening postorderbedrijf | € | 2.000,00 | – (min, dit is een schuld) |
Totaal | € | 43.000,00 |
Hij heeft recht op zijn deel van €. 73.000,00. Hij krijgt maar €. 43.000,00 en komt dus €. 30.000,00 tekort.
De vrouw blijft in de woning achter en krijgt de woning, de hypotheek, de spaarverzekering achter de hypotheek, de levensverzekering, en €. 3.000,00 van wat er van de inboedel achter blijft.
Woning | € | 200.000,00 | |
Spaarverzekering achter de hypotheek | € | 20.000,00 | |
Levensverzekering | € | 30.000,00 | |
Inboedel | € | 3.000,00 | |
Hypotheek | € | 150.000,00 | – (min, dit is een schuld) |
Totaal | € | 103.000,00 |
Zij heeft ook recht op haar deel van €. 73.000,00. Zij krijgt €. 103.000,00 en dus €. 103.000,00 – €. 73.000,00 = €. 30.000,00 te veel.
De vrouw wordt voor €. 30.000,00 overbedeeld (te veel) en de man wordt onderbedeeld (te weinig) voor €. 30.000,00. De vrouw moet aan de man €. 30.000,00 betalen om een juiste en evenwichtige verdeling van het vermogen te krijgen.
Vermogen bij samenwoners
Samenwoners zijn juridisch niets van elkaar en er ontstaat niet automatisch een gemeenschap van goederen. Dit ontstaat bv wel als partijen samen een lening of hypotheek aangaan en samen de rente en aflossing betalen. Spaart een partij op een op zijn naam staande spaarrekening en betaalt hij of zij de inleg uit eigen middelen dan blijft deze spaarrekening, na de scheiding, bij deze ene partij zonder verrekening. Het eigendom wordt eigenlijk bepaald door wie ervoor betaald. Is er een bankrekening waar bv alle vaste lasten van worden betaald, dan is er sprake van een eenvoudige gemeenschap er moet er bij een scheiding 50/50 worden gedeeld. Uiteraard kunnen samenwoners wel anders overeenkomen door e.a. vast te leggen in een samenlevingsovereenkomst.
Vermogen bij een huwelijk onder huwelijkse voorwaarden
Bij een huwelijk kan het samenvoegen van de vermogens niet gewenst zijn. Als één van de partners veel vermogen heeft of risico loopt met een eigen onderneming is trouwen in algehele gemeenschap van goederen niet altijd een goed idee. Er kunnen dan huwelijkse voorwaarden worden opgesteld waaronder het huwelijk wordt afgesloten. Deze voorwaarden moeten worden vastgesteld door een notaris en worden ingeschreven in het openbaar huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden kunnen vóór het huwelijk maar ook tijdens het huwelijk worden opgesteld.
De toestemming van een rechter is per 1-1-2012 niet meer nodig. In de voorwaarden kan bv worden overeengekomen dat er geen enkele gemeenschap van goederen bestaat, de zogenaamde koude uitsluiting. Alle inkomsten blijven gescheiden en partijen zijn niet aansprakelijk voor eventuele schulden of andere overeenkomsten die de andere partij aangaat. Dit geldt overigens niet voor schulden die zijn aangegaan voor de dagelijkse gang van zaken van het huishouden. Soms is het, ondanks de opgestelde voorwaarden, niet duidelijk van wie een goed is. Er wordt dan bij de verdeling uitgegaan van 50/50 eigendom.
Verrekenbeding
Het komt regelmatig voor dat als in de huwelijkse voorwaarden een koude uitsluiting wordt opgenomen er ook een verrekenbeding wordt opgenomen. Dit om te voorkomen dat bij een echtscheiding één partij er financieel zeer nadelig uitkomt. Meestal is dat de niet werkende ouder die voor de kinderen en het huishouden zorgt. Er wordt dan een periodiek verrekenbeding afgesproken dat eens per jaar de inkomsten, na aftrek van de huishoudelijke kosten, 50/50 wordt gedeeld. Er moet dan in geld worden uitbetaald door de partij met het meeste inkomen. In 99% van de gevallen wordt dit niet gedaan of vergeten.
Bij een echtscheiding moet er dan verrekend worden als ware het huwelijk in algehele gemeenschap van goederen was afgesloten. Goederen van vóór het huwelijk en erna blijven buiten de verrekening. Ook kan een finaal verrekenbeding worden afgesproken waarbij er altijd aan het einde van het huwelijk verrekend wordt als ware het huwelijk was afgesloten in algehele gemeenschap van goederen.
Wilt u meer weten over deze korting, klik dan hier.